Woxikon / Verbos / Neerlandés / I / inzwelgen

NL Conjugación en Neerlandés de inzwelgen

Total de formas verbales: 52
Imperativos y participios
Tegenwoordig en verleden deelwoord inzwelgend
Tegenwoordig en verleden deelwoord ingezwolgen
Tipo ik jij hij/zij/het wij jullie zij
Presens zwelg in zwelgt in zwelgt in zwelgen in zwelgen in zwelgen in
Imperfect zwolg in zwolg in zwolg in zwolgen in zwolgen in zwolgen in
Toekomende tijd I zal inzwelgen zult inzwelgen zal inzwelgen zullen inzwelgen zullen inzwelgen zullen inzwelgen
Conditionalis I zou inzwelgen zou inzwelgen zou inzwelgen zouden inzwelgen zouden inzwelgen zouden inzwelgen
Perfectum heb ingezwolgen hebt ingezwolgen heeft ingezwolgen hebben ingezwolgen hebben ingezwolgen hebben ingezwolgen
Voltooid verleden tijd had ingezwolgen had ingezwolgen had ingezwolgen hadden ingezwolgen hadden ingezwolgen hadden ingezwolgen
Toekomende tijd II zal ingezwolgen hebben zult ingezwolgen hebben zal ingezwolgen hebben zullen ingezwolgen hebben zullen ingezwolgen hebben zullen ingezwolgen hebben
Conditionalis II zou hebben ingezwolgen zou hebben ingezwolgen zou hebben ingezwolgen zouden hebben ingezwolgen zouden hebben ingezwolgen zouden hebben ingezwolgen
Imperatief - zwelg in - - zwelgt in -

Verbos similares a inzwelgen

Verbos conjugados anteriores y posteriores a inzwelgen

« inzwelgen »

Otras acciones para inzwelgen