Total de formas verbales: 52
Imperativos y participios |
Tegenwoordig en verleden deelwoord | koncentrerend |
Tegenwoordig en verleden deelwoord | gekoncentreerd |
Tipo | ik | jij | hij/zij/het | wij | jullie | zij |
Presens | koncentreer | koncentreert | koncentreert | koncentreren | koncentreren | koncentreren |
Imperfect | koncentreerde | koncentreerde | koncentreerde | koncentreerden | koncentreerden | koncentreerden |
Toekomende tijd I | zal koncentreren | zult koncentreren | zal koncentreren | zullen koncentreren | zullen koncentreren | zullen koncentreren |
Conditionalis I | zou koncentreren | zou koncentreren | zou koncentreren | zouden koncentreren | zouden koncentreren | zouden koncentreren |
Perfectum | heb gekoncentreerd | hebt gekoncentreerd | heeft gekoncentreerd | hebben gekoncentreerd | hebben gekoncentreerd | hebben gekoncentreerd |
Voltooid verleden tijd | had gekoncentreerd | had gekoncentreerd | had gekoncentreerd | hadden gekoncentreerd | hadden gekoncentreerd | hadden gekoncentreerd |
Toekomende tijd II | zal gekoncentreerd hebben | zult gekoncentreerd hebben | zal gekoncentreerd hebben | zullen gekoncentreerd hebben | zullen gekoncentreerd hebben | zullen gekoncentreerd hebben |
Conditionalis II | zou hebben gekoncentreerd | zou hebben gekoncentreerd | zou hebben gekoncentreerd | zouden hebben gekoncentreerd | zouden hebben gekoncentreerd | zouden hebben gekoncentreerd |
Imperatief | - | koncentreer | - | - | koncentreert | - |
Verbos similares a koncentreren
Verbos conjugados anteriores y posteriores a koncentreren
Otras acciones para koncentreren