Woxikon / Verbos / Neerlandés / S / smiespelen

NL Conjugación en Neerlandés de smiespelen

Total de formas verbales: 52
Imperativos y participios
Tegenwoordig en verleden deelwoord smiespelend
Tegenwoordig en verleden deelwoord gesmiespeld
Tipo ik jij hij/zij/het wij jullie zij
Presens smiespel smiespelt smiespelt smiespelen smiespelen smiespelen
Imperfect smiespelde smiespelde smiespelde smiespelden smiespelden smiespelden
Toekomende tijd I zal smiespelen zult smiespelen zal smiespelen zullen smiespelen zullen smiespelen zullen smiespelen
Conditionalis I zou smiespelen zou smiespelen zou smiespelen zouden smiespelen zouden smiespelen zouden smiespelen
Perfectum heb gesmiespeld hebt gesmiespeld heeft gesmiespeld hebben gesmiespeld hebben gesmiespeld hebben gesmiespeld
Voltooid verleden tijd had gesmiespeld had gesmiespeld had gesmiespeld hadden gesmiespeld hadden gesmiespeld hadden gesmiespeld
Toekomende tijd II zal gesmiespeld hebben zult gesmiespeld hebben zal gesmiespeld hebben zullen gesmiespeld hebben zullen gesmiespeld hebben zullen gesmiespeld hebben
Conditionalis II zou hebben gesmiespeld zou hebben gesmiespeld zou hebben gesmiespeld zouden hebben gesmiespeld zouden hebben gesmiespeld zouden hebben gesmiespeld
Imperatief - smiespel - - smiespelt -

Verbos similares a smiespelen

Verbos conjugados anteriores y posteriores a smiespelen

« smiespelen »

Otras acciones para smiespelen