Woxikon / Verbos / Neerlandés / S / stockeren

NL Conjugación en Neerlandés de stockeren

Total de formas verbales: 52
Imperativos y participios
Tegenwoordig en verleden deelwoord stockerend
Tegenwoordig en verleden deelwoord gestockeerd
Tipo ik jij hij/zij/het wij jullie zij
Presens stockeer stockeert stockeert stockeren stockeren stockeren
Imperfect stockeerde stockeerde stockeerde stockeerden stockeerden stockeerden
Toekomende tijd I zal stockeren zult stockeren zal stockeren zullen stockeren zullen stockeren zullen stockeren
Conditionalis I zou stockeren zou stockeren zou stockeren zouden stockeren zouden stockeren zouden stockeren
Perfectum heb gestockeerd hebt gestockeerd heeft gestockeerd hebben gestockeerd hebben gestockeerd hebben gestockeerd
Voltooid verleden tijd had gestockeerd had gestockeerd had gestockeerd hadden gestockeerd hadden gestockeerd hadden gestockeerd
Toekomende tijd II zal gestockeerd hebben zult gestockeerd hebben zal gestockeerd hebben zullen gestockeerd hebben zullen gestockeerd hebben zullen gestockeerd hebben
Conditionalis II zou hebben gestockeerd zou hebben gestockeerd zou hebben gestockeerd zouden hebben gestockeerd zouden hebben gestockeerd zouden hebben gestockeerd
Imperatief - stockeer - - stockeert -

Verbos similares a stockeren

Verbos conjugados anteriores y posteriores a stockeren

« stockeren »

Otras acciones para stockeren