Woxikon / Verbos / Neerlandés / T / tafeldekken

NL Conjugación en Neerlandés de tafeldekken

Total de formas verbales: 52
Imperativos y participios
Tegenwoordig en verleden deelwoord tafeldekkend
Tegenwoordig en verleden deelwoord tafelgedekt
Tipo ik jij hij/zij/het wij jullie zij
Presens dek tafel dekt tafel dekt tafel dekken tafel dekken tafel dekken tafel
Imperfect dekte tafel dekte tafel dekte tafel dekten tafel dekten tafel dekten tafel
Toekomende tijd I zal tafeldekken zult tafeldekken zal tafeldekken zullen tafeldekken zullen tafeldekken zullen tafeldekken
Conditionalis I zou tafeldekken zou tafeldekken zou tafeldekken zouden tafeldekken zouden tafeldekken zouden tafeldekken
Perfectum heb tafelgedekt hebt tafelgedekt heeft tafelgedekt hebben tafelgedekt hebben tafelgedekt hebben tafelgedekt
Voltooid verleden tijd had tafelgedekt had tafelgedekt had tafelgedekt hadden tafelgedekt hadden tafelgedekt hadden tafelgedekt
Toekomende tijd II zal tafelgedekt hebben zult tafelgedekt hebben zal tafelgedekt hebben zullen tafelgedekt hebben zullen tafelgedekt hebben zullen tafelgedekt hebben
Conditionalis II zou hebben tafelgedekt zou hebben tafelgedekt zou hebben tafelgedekt zouden hebben tafelgedekt zouden hebben tafelgedekt zouden hebben tafelgedekt
Imperatief - dek tafel - - dekt tafel -

Verbos similares a tafeldekken

Verbos conjugados anteriores y posteriores a tafeldekken

« tafeldekken »

Otras acciones para tafeldekken